Lenigheid en spierkracht combineren met kwaliteiten als concentratie en uithoudingsvermogen vragen een grote toewijding van dansers. Bij dansgezelschappen en in scholen met een zeer intensieve dansopleiding kunnen lichamelijke spanningen, overbelasting en blessures een probleem vormen.
De preventieve begeleiding van dansers naar een evenwicht tussen lichaam en geest helpt blessureleed te voorkomen. Het lichaamsbewustzijn van de danser groeit wanneer hij/zij zichzelf beter leert waarnemen. De signalen van het lichaam krijgen daardoor meer betekenis. De danser leert belemmerende gewoontepatronen om te buigen naar een beter en gezonder gebruik. Er ontstaat meer aandacht voor de relatie hoofd, hals en rug en voor de ademhaling, zowel tijdens rust als in beweging. Een meer ontspannen en natuurlijke manier van bewegen moet de danser leiden naar meer efficiëntie, kracht en elegantie.
Om de basisprincipes van de Alexandertechniek bij dansers te vertalen werk ik met verschillende anatomische thema’s zoals functie en gebruik van de psoas, de invloed van een vrij occipitaal gewricht op de werking van de rug, de communicatie tussen hals en bekken, de thoracale ruimte en het gebruik van de ogen, de handen, het heup-, knie- en enkelgewricht. Al deze afzonderlijke thema’s worden steeds belicht in het functioneren van het lichaam als een kinesthetisch geheel.
In mijn praktijk geef ik enkel privélessen. Bij workshops vraag ik om een ruimte te faciliteren.